Spelen op de didgeridoo – Trompettonen
Door bij het spelen meer spanning op de lippen te brengen en ze meer gesloten te maken dan bij een meer ontspannen lage toon, wordt het mogelijk om hogere tonen te spelen, zoals die op een trompet. Hoewel het zeer wel mogelijk is om op de meeste yiḏaki een reeks aan tonen te ontlokken die klinken als hoorngeschal, de één nog hoger dan de ander, gebruiken Yolŋu alleen de allereerste van deze trompet geluiden in hun spel. De ene keer is er sprake van een langer aangehouden toon, veelal bij het begin van een song als teken voor de dansers dat ze klaar moeten staan. Maar het is altijd de eerste trompet toon van het register. Zou de speler een hogere toon voortbrengen dan zou dat een hoop gegiechel opleveren van Yolŋu kinderen!
De trompettoon komt in vrijwel elk Yolŋu song voor, veelal in combinatie met de grondtoon. Het wordt gebruikt om een wisseling in, of het einde van, een song aan te geven. Yolŋu yiḏaki spelers staan erom bekend om de trompettonen razendsnel in hun spel te kunnen verwerken. De snelle trompetstoot wordt veelal gespeeld door “doep” te zeggen, of “ḏup” in de taal van de Yolŋu. De tong duwt de lucht naar buiten en een ademstoot vanuit de longen geeft dat beetje extra lucht die nodig is om een hogere klank voort te kunne brengen. Het vormen van een “p” met de lippen zorgt tenslotte voor de juiste druk. Luister naar het geluidsfragment waarop Djalu’ een snelle combinatie speelt van drone en trompettoon.
Soms volgt een “pu” op de “ḏup” om de overgang van trompettoon naar drone te maken.
dup-pu dhirrl dhirrl dup-pu dhirrl dhirrl
dup-pu dhirrl dhirrl
“Pu” word ook gebruikt om aangehouden tropettonen te spelen die middenin sommige liederen voorkomen, maar ook als een soort toon om het begin te markeren en daarmee opteroepen tot ceremonie. Op een nog te publiceren pagina over de Dhaḏalal zul je Djambawa en Milkayŋu deze aangehouden tonen horen spelen.