Wie speelt waar en wanneer op een Yiḏaki
Een yiḏaki is eigenlijk alleen voor echt serieuze zaken. Manikaywu (voor de ceremoniële songs).
Dhukaḻ Wirrpanda
Dhudi-Djapu clan leader
De yiḏaki is voornamelijk een instrument voor serieuze ceremoniële gebeurtenissen. Je zult vaak de geluiden horen van jonge jongens die in Yolŋu groepen hun yiḏaki technieken beoefenen, gewoon voor de lol. Hierbij improviseren ze snelle ritmes en wilde klanken om het zo op te nemen tegen elkaar en zo hun vaardigheden te verbeteren. Vervolgens zullen enkelen hun talenten verder ontplooien en worden aangemoedigd om ook de ceremoniële stijl te gaan beheersen. Anderen zullen na verloop van tijd het instrument terzijde leggen, gewoonlijk na hun tienertijd. “Generatie na generatie zien we jongens opgroeien met goed didgeridoo-spel, zij weten hoe ze voor ons didgeridoo moeten spelen bij de manikay (ceremonieel gezang)”, zegt Dhukaḻ.
Adolescenten zullen dus vaker studeren op puur traditionele songs in plaats van dat ze improviseren met snelheid en klanken. Soms zullen ze studeren op officiële ceremoniële songs waarbij enkele mannen zullen zingen of dansen, maar ook minder formele songs die bekend staan als djaṯpaŋarri vinden bij veel Yolŋu gretig aftrek.
Tijdens een ceremonie, zoals bijvoorbeeld een begrafenis of de inwijding van een jongen, zul je vrijwel altijd een yiḏaki horen als begeleidend instrument bij sacrale songs. Een yiḏaki is niet een solo-instrument volgens traditie maar eerder een integraal onderdeel van de gehele gebeurtenis, te samen met het zingen, de clapsticks en het dansen. Er is bij veel songs sprake van enige vrijheden voor de speler, zolang de essentiële heilige wetten worden nageleefd en de yiḏaki partijen op de juiste wijze worden gespeeld door een goedopgeleide man die al op jonge leeftijd op zijn talent is erkend. De songs zijn erg ingewikkeld en hebben veel wisselingen, niet een simpel repetitief ritme.
Het zijn doorgaans jonge mannen, van hun late tienerjaren tot vroege dertigers, die de yiḏaki bespelen tijdens ceremonies. Mannen van middelbare leeftijd zullen de yiḏaki spelen als het nodig is, bijvoorbeeld wanneer en geen jongeren aanwezig zijn die voldoende kennis hebben van de songs. Een grote uitzondering hierop is de befaamde yiḏaki maker, speler en leraar Djalu’ Gurruwiwi, die nog altijd als ‘oudere man’ regelmatig de yiḏaki bespeelt, zowel thuis als tijdens ceremonies. De meeste oudere mannen stoppen met yiḏaki en geven de voorkeur aan het leiden van de zang. Milkayŋu Munuŋgurr is hiervan een goed voorbeeld – hij is dol op de yiḏaki, ziet het als zijn lotsbestemming, maar nu hij de veertig nadert toont hij opeens interesse in de zangkunst en neigt naar een overstap.
De meeste openbare ceremonies bevatten yiḏaki-spel, maar er zijn er ook waarbij het instrument helemaal niet wordt gebruikt. In die gevallen worden de belangrijkste en meest sacrale songs begeleidt met behulp van clapsticks.
Tenslotte zijn er ook heel speciale heilige yiḏaki die uitsluitend worden gebruikt bij geheime, diepere ceremonieën en die dan ook nooit aan buitenstaanders worden getoond.
Yolŋu vrouwen spelen normaliter niet op yiḏaki, maar in tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen, is het wel degelijk voorgekomen. Hierover zullen we nog nader ingaan in het hoofdstuk over de Yiḏaki kwesties.